Het hutje van de pastoor; Tentoonstelling kazuifels door de eeuwen heen
Tot eind oktober in de 1e kamer van de toren kazuifels door de eeuwen heen.
De pastoor woont in een hut, althans in de mis. De romeinen droegen destijds een casabula of casula wat klein huis of hutje betekent, over de schouder. Een soort mantel of poncho als beschutting tegen de regen, als een soort huis.
In de 5e eeuw, toen de eredienst meer vorm kreeg, koos men voor deze mantel voor de priester tijdens de mis: een groot gesloten kledingstuk als klokmodel met een opening aan de bovenkant, verbastert tot kazuifel. Door de eeuwen heen verandert er steeds meer aan dit model, om praktische redenen werd het kazuifel steeds korter en kleiner, met name de mouw, die dan niet meer over de hand heen hangt. In de 18e eeuw is er helemaal geen sprake meer van handen en mouwen en ontstaat de ‘vioolkist’.
De priester droeg het gewaad over albe (wit onderkleed) en over het feitelijke priesterlijke insigne: de stool of stola, een band die de priester over zijn schouders draagt, recht naar beneden. De stola verwijst naar het kruis dat Christus gedragen heeft over zijn schouder. Het kruis werd later zichtbaar aangebracht op het kazuifel, waardoor de priester een kruisdrager wordt.
Naast het kazuifel is er de dalmatiek en tuniek voor diakens en subdiakens. Verder is er nog de pluviale of koormantel. Deze heeft een halve cirkelvorm en wordt gedragen buiten het altaar.
Kazuifels zijn er in vele kleuren, waarbij de kleur wordt bepaald door de kerkelijke kalender. Zo staat paars voor inkeer en boete, advent en vastentijd, alsmede bij begrafenissen. Wit is de feestkleur voor (hoog) feesten zoals Pasen en Kerstmis. Groen is de kleur van de hoop. Tijdens de expositie wordt uitleg gegeven over dit alles.
Te zien zijn een groot aantal kazuifels uit de 18e, 19e en 20e eeuw. Deze zijn allen vervaardigd in de toonaangevende ateliers uit die tijd, zoals Stadelmaier uit Nijmegen, Pijnappel uit Den Bosch en de zusters van het Sint Lioba klooster in Egmond-Binnen, die zelf rupsen kweekten voor de zijde die ze gebruikten.
Een 4-tal kazuifels, in de stijl van de Beuroner Schule, zijn door de Venrayse familie Janssen van ‘De Gouden Leeuw’ rond 1900 geschonken.